Waarom vloerverwarming kiezen?
Wie voor vloerverwarming kiest, haalt comfort in huis. De warmte is verspreid over de hele vloer, waardoor er geen koude vlakken zijn én de temperatuur is overal gelijk. Je kan vloerverwarming gebruiken bij nieuwbouw en renovatie - het werk is vrij eenvoudig.
Wat is vloerverwarming?
Vloerverwarming is een afgiftesysteem waarbij leidingen in de vloer worden verwerkt. Door die leidingen stroomt het cv-water. Hierdoor wordt de warmte gelijkmatig over de hele ruimte verdeeld in plaats van via radiatoren. Het zorgt voor een aangenaam en constant binnenklimaat en vaak ook voor een energiezuiniger verbruik.

Voordelen van vloerverwarming
Stralingswarmte
Dé grote troef is de aangename stralingswarmte. Warme lucht stijgt en het circulatienetwerk zit verspreid over de hele vloer. Waar je ook loopt, er zijn nergens koudevlakken en het warmtegevoel is overal hetzelfde.
Bij radiatoren is er meer convectiewarmte, waardoor warme lucht gaat circuleren en stofdeeltjes sneller worden verspreid. Bij vloerverwarming is de convectiewarmte aanzienlijk beperkter. Vloerverwarming werkt met een lagere luchtsnelheid en vooral via straling, waardoor er een pak minder stofbeweging ontstaat. Dat maakt het systeem ook interessant voor mensen met allergieën of luchtwegproblemen.
Meer praktische ruimte
Bij vloerverwarming zijn er geen verwarmingselementen zichtbaar in de diverse leefruimtes. Alles zit netjes weggewerkt onder de vloer, waardoor er meer praktische ruimte vrijkomt voor kasten of meubels.
Lager verbruik
Vloerverwarming staat ingeschakeld op lage temperatuur - het water dat door de leidingen stroomt is niet warmer dan 40 °C. Dat maakt het een ideaal afgiftesysteem voor cv-systemen op lage temperatuur, zoals een warmtepomp. Die lage aanvoertemperatuur maakt het systeem energiezuiniger dan klassieke radiatoren, waar de aanvoertemperatuur meestal rond de 60 à 75 °C light. Omdat er bij vloerverwarming minder hoog gestookt moet worden, ligt het verbruik dus lager.
Het hoge rendement van vloerverwarming is daarnaast ook te danken aan het feit dat de warmte gelijkmatig via straling wordt verdeeld. Daardoor moet er minder energie worden verbruikt om een comfortabel gevoel te bereiken

Koelen met vloerverwarming
Met vloerverwarming kan je ook koelen. Simpel gezegd stuur je daarvoor gekoeld water door de leidingen in plaats van verwarmd water. Let wel: niet te koel. De aanvoertemperatuur moet net boven het dauwpunt (om en bij de 18 °C) door de buizen gaan om condens op je vloer te vermijden.
Een systeem dat zowel kan warmen als koelen, is enkel mogelijk met een omkeerbare warmtepomp, zoals een lucht/water warmtepomp die actief kan koelen (compressor werkt omgekeerd), of een geothermische warmtepomp die passief kan koelen (door het koele bodemwater direct rond te pompen, zonder veel extra energie).
Bij de meeste klassieke vloerverwarmingssystemen bedraagt de legafstand tussen de leidingen 15 tot 20 cm, maar voor systemen die ook moeten koelen, is een kleinere legafstand (ongeveer 10 cm) wenselijk, omdat zo het koelvermogen groter en gelijkmatiger wordt verdeeld.
Hoe werkt vloerverwarming?

Collectorsysteem
Vloerverwarming werkt volgens een vrij eenvoudig principe. Het afgiftesysteem pompt water aan een bepaalde temperatuur en snelheid, dat vanaf een collector circuleert in flexibele buizen die onder de vloer ingewerkt zijn. Per circuit vertrekken er leidingen van de collector naar de desbetreffende ruimte, vanwaar ze opnieuw naar de collector lopen.
Bij de aansluiting vertrekt het warme water (opgewarmd door ketel of warmtepomp) vanuit de rode buizen. De terugkerende buizen met lauw water hebben een blauwe behuizing.
Aansturing via thermostaat
Vloerverwarming wordt in de praktijk altijd aangestuurd door een thermostaat (vaak zelfs per zone/ruimte). Dat is belangrijk om de gewenste temperatuur te behouden en oververhitting te vermijden. Via een intelligent stuursysteem kan je dan bepalen in welke delen van het huis je de vloerverwarming wél en niet wil inschakelen.
De collector geeft ook warmte af, denk dus na over waar je die plaatst

Waar voorzie je best circulatienetwerken?
Je wil nét die plaatsen verwarmen waar je het meest tijd in doorbrengt, de leefruimtes; woonkamer, keuken, de hal en het toilet ... Het is dus een kwestie van comfort, maar voor de prijs hoef je het zeker niet laten om extra ruimtes te voorzien, omdat het uiteindelijk louter een kwestie is van extra plastic buizen leggen.
Let wel: hoe groter je circuits zijn, hoe meer rendement je uit de collector moet kunnen halen. Logischerwijze ga je ruimtes zoals de garage, het berghok enzovoort niet voorzien van verwarming.
Het is overigens niet enkel voor de prijs dat je het niet moet laten om bepaalde ruimtes te voorzien van vloerverwarming. Het heeft een trage opwarmingstijd dus als bijvoorbeeld de gang niet verwarmd is en de deur blijft even openstaan, dan zal het lang duren voor de kamer weer op volle temperatuur is. Je krijgt dus een optimale verwarming als je alle zones binnen de bouwschil, waarin er verkeer is (hal, gang, berging, toilet,...), te voorzien van vloerverwarming.

Vergeet ook niet dat de collector zelf ook al enige warmte zal afgeven in de ruimte waar hij is geïnstalleerd. Een berghok waar een diepvriezer staat is dus geen strategische keuze omdat de diepvriezer dan extra energie moeten verbruiken om zijn koeltemperatuur op peil te houden.
Legsystemen
Vloerverwarming kan in een nat systeem of een droog systeem worden gelegd. Het natte systeem heeft een trager reactievermogen maar een stabiel en hoog rendement; het droge systeem reageert sneller, maar koelt ook sneller af.

Nat systeem
Opbouwhoogte van de vloer: 15 – 20 cm
Bij de natte opbouw plaats je eerst de sanitaire en elektrische leidingen op je vloerplaat. Die wordt uitgevuld met een egalisatielaag, waarop dan een laag vloerisolatie komt. Pas daarop komt dan de vloerverwarming met chapelaag, waarna de afwerkingslaag erop komt te liggen.
Bij een nat systeem is een dikte van 6 tot 8 cm nodig voor je chapelaag, wil je een goede temperatuurverdeling. Dat maakt de opbouwhoogte groter dan het droge systeem en is daarom vooral interessant bij nieuwbouwprojecten. Je moet verder ook rekening houden met een uitzettingsvermogen bij het opwarmen, en met krimpen bij het afkoelen van de buizen. Daarom is hier ook een wapeningsnet in de chape belangrijk.

Droog systeem
Bij een droog systeem worden de verwarmingsbuizen in voorgevormde isolatieplaten gelegd. Hierbij liggen de buizen in aluminium of gegalvaniseerde goten, of in profiellatten. De isolatieplaten vermijden warmteverliezen naar beneden. Doordat de platen voorgevormd zijn, liggen de verwarmingsbuizen meteen op regelmatige afstanden in de vloer.
Boven op de verwarmingsbuizen komen dan metalen platen, die de warmte beter verspreiden en dus zorgen voor een kortere opwarmingstijd dan een nat systeem.

Opbouwhoogte van de vloer: 13 - 16 cm
Het droge systeem heeft een kleinere vereiste qua opbouwhoogte doordat de leidingen in de isolatie komen te liggen. Dit is ideaal bij renovatieprojecten. Bij het installeren op een verdieping hoef je geen extra isolatie aan te leggen, op de gelijkvloers slechts een dunne laag van om en bij de 2 cm. Je zit dus nog met een kleinere opbouwhoogte dan bij een nat systeem, omdat je verwarmingsbuizen al in isolatieplaten zitten en dus niet meer moeten worden weggewerkt.
Je hebt dus een minder dikke chapelaag (6 cm) nodig indien je een traditionele chape gebruikt. Bij een anhydrietchape is een laag van slechts 4 cm nodig. Er kan ook gewerkt worden met zogenaamde droogbouwplaten in plaats van chape.
Plaatsingstechnieken
Vloerverwarming kan gelegd worden in een nat of droog systeem, maar daarnaast kan je ook 'soorten' vloerverwarming van elkaar onderscheiden aan de hand van de plaatsingstechnieken.

Railsysteem
Bij gebruik van een railsysteem worden er, op de folie die de isolatie scheidt van de chapelaag, rails geplaatst waar de vloerverwarmingsbuizen wordt ingeklikt. Indien het niet haalbaar is om de ruimte voldoende op te warmen met een circulatienetwerk in de vloer alleen, kunnen er met een railsysteem ook makkelijk leidingen bijgezet worden op de muren, en in uiterste nood zelfs op het plafond.
Indien het niet haalbaar is om de ruimte voldoende op te warmen met een circulatienetwerk in de vloer alleen, kunnen er met een railsysteem ook makkelijk leidingen bijgezet worden op de muren, en in uiterste nood zelfs op het plafond.
Nettensysteem
Een net wordt bevestigd op de folie die de scheiding maakt tussen de laag isolatie en de chapelaag waarin de vloerverwarming verwerkt zal zitten. Aan het net zelf worden de verwarmingsbuizen bevestigd, meestal met een clipsysteem.
Bevestiging met tacker
De verwarmingsbuizen kunnen ook met behulp van tackerklemmen of prikbeugels vastgezet worden. Hierbij wordt doorgaans met een rasterfolie gewerkt. Dankzij het rasterpatroon kan je de buizen dan makkelijker op gelijke afstand van elkaar leggen.
Bij de plaatsing dient er voldoende overlap te zijn per gelegd stuk folie met het aansluitende stuk folie, zodat het raster telkens mooi doorloopt en je dus steeds een goede richtlijn hebt om de buizen te plaatsen volgens het vooropgestelde circulatieplan.

Noppenplaten
Het gaat hier om voorgevormde noppenplaten uit PE. Elke plaat is voorzien van een speciale randstrook, waardoor de platen met elkaar kunnen worden verbonden. De noppenfolie dient enkel als bevestigingsmat, er is nog steeds een onderliggende isolatielaag nodig (gespoten pur of isolatieplaten).
Ingeslepen vloerverwarming
Hierbij worden de sleuven voor de verwarmingsbuizen in de bestaande chape gefreesd. In de sleuven kan je dan de verwarmingsbuizen inwerken. De buizen liggen dan extreem dicht bij de afwerkingslaag, waardoor de vloer heel snel kan opwarmen. Afhankelijk van het soort vloer dat erop komt te liggen, moet er wel nog een extra egalisatielaag op de vloerverwarming komen.
Elektrische vloerverwarming
Dit droge systeem is niet zozeer bedoeld als hoofdverwarmingssysteem, maar eerder als extra verwarming voor ruimtes die niet altijd verwarmd moeten worden, zoals de badkamer. Indien ze gebruikt worden, heb je een vlugge verwarming dankzij de snelle reactietijd van het systeem. De installatie verloopt met matten, kabels of foliesystemen.
Het werkingsprincipe is voor alle systemen nagenoeg gelijk: een elektriciteitskabel is naadloos verbonden met een weerstandskabel die het verwarmende element vormt. Elektronen verplaatsen zich razendsnel door deze kabel en door de ontstane wrijving ontstaat er warmte.
Na plaatsing
Vloerverwarming beïnvloedt nauwelijks de keuze voor je vloerbedekking, maar denk er wel goed over na.

Tegels
Een ideale partner voor je vloerverwarming is een keramische tegelvloer of een natuursteen tegelvloer. Tegels laten de warmte goed door en slaan die ook langer op. Zorg er zeker voor dat je uitzetvoegen voorziet.
Ben je van plan om grote tegels te plaatsen? Dan zijn ontkoppelingsmatten als onderlaag een goed idee. Sommige natuursteensoorten kunnen minder goed om met het continu opwarmen en afkoelen, waardoor ze makkelijker kunnen barsten. Twijfel je over een bepaalde natuursteentegel? Dan haal je er best een expert bij.

Plankenvloeren
Massief parket combineren met vloerverwarming wordt over het algemeen afgeraden. Meerlaags parket is, doordat het minder leeft, dan weer een stuk compatibeler met vloerverwarming. Voor een goed rendement mag de parketlaag niet meer dan 15 mm bedragen én wordt het parket bij voorkeur verlijmd. Voor het parket is het ook belangrijk dat de vloerverwarming niet te snel opwarmt en afkoelt.
Wil je dus parket combineren met vloerverwarming? Kies dan eerder voor een watergestuurde variant, dan een elektrische of infraroodvloerverwarming. Laminaat kan eveneens zonder zorgen gecombineerd worden met vloerverwarming, alsook vinyl/lvt-vloeren. Pvc zal de warmte immers beter overdragen dan het hout van een parketvloer.

Andere vloeren
Onder de gietvloeren zijn de polyurethaanuitvoeringen en steentapijten combineerbaar met vloerverwarming. Andere soorten gietvloeren worden afgeraden. Wil je tapijt leggen op vloerverwarming? Dat kan je pas doen onder bepaalde voorwaarden: de rug mag niet afgesloten zijn en je moet gebruikmaken van een verwarmingsfolie.
Moet je vloerverwarming onderhouden?
Op het vlak van onderhoud hoef je je bij vloerverwarming weinig zorgen te maken. Om de een à twee jaar moet je weliswaar je verwarmingsbron – ketel, warmtepomp ... – laten inspecteren door een vakman. Het risico op lekken is haast onbestaande; de buizen zitten in je chape of onderstructuur ingewerkt. Een jaarlijkse controle kan echter geen kwaad. Werd de vloerverwarming lange tijd niet gebruikt? Laat de leidingen dan door een professional spoelen, zodat eventueel vuil of beginnende algenvorming wordt verwijderd en het systeem optimaal blijft werken.